zondag 10 maart 2013

18. De Aventijn (p. 21-22)


We hebben al heel vaak geluisterd naar de fantasieën van vrienden die op zoek waren naar een huis. In vogelvlucht passeren alle wijken van Rome de revue, men loopt hier en daar de wijken af om te bedenken waar men het beste een nestje kan bouwen. Onvermijdelijk komt daar het moment waarop iemand, met zachte stem, bijna bang om teveel te durven, zegt: de Aventijn. En natuurlijk is iedereen het eens met de erkenning dat dit een bijzondere wijk is, misschien wel de beste, zeker de meest rustige. Maar er is er altijd een die het vrijuit durft toe te geven: de Aventijn is toch een beetje triest, ik weet niet of ik er ook daadwerkelijk zou kunnen wonen. En eerlijk is eerlijk, die omhooglopende straten waar men nooit iemand ziet wandelen, de vier kerken, streng als burchten, en verder de sinaasappeltuin, constant gegeseld door de wind, waar verliefde stellen elkaar alleen ontmoeten om afscheid te nemen, die o zo stille pleintjes waarop zelfs de honden zwijgen, kortom alles wordt etherisch en lijkt een toespeling te maken op een droefgeestig niveau van denken en gevoel, op een hogere zin van concentratie en scheiding. De Aventijn is ons Tibet, een spirituele hoogvlakte boven de chaos van het leven, en om daarheen te gaan moet men bestand kunnen zijn tegen de schok van de diepste rust.
Het eiland van de Aventijn is een boek met verdrietige en besliste woorden die bedacht zijn precies in deze wijk, want hier, in de schaduw van Piazza Sant’ Alessio, wilde eens Cristina Campo wonen, een geweldige maar veel te weinig gelezen schrijfster. Haar beroemdste boek is Gli imperdonabili, een verzameling van essay’s die gewijd zijn aan perfectie, maar even mooi – ook al lijkt dit bijvoeglijk naamwoord me onvoldoende voor een tekst die het leven opschudt– is haar boek met brieven aan haar vriendin Margherita Pieracci, Lettere a Mita, gepubliceerd bij Adelphi. De pagina’s werden geschreven tussen 1956 en 1977, het jaar waarin Cristina stierf. Elk is een pas op een innerlijke reis, van een bergpad dat flink stijgt op zoek naar die andere wereld, waar de dingen hun diepste betekenis onthullen. “Wanneer een wezen dat je liefde waardig is op een zeker moment je weigert te ontmoeten, dan is dat omdat die je opwacht op een hogere plek,” schreef Campo en ging naar omhoog. En van binnen had ze de zware stilte van de Aventijn, die rust die bijna pijn doet.
 
Marco Lodoli 2005.
 
Gevonden in 2010.
 
 
 When in Rome, look for alternative itineraries
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten