Op bepaalde dagen is de lucht in Rome buitengewoon warm en
regenachtig: we richten onze blik omhoog en vinden gekartelde wolken die zich
langzaam maar zeker samenpakken of oplossen, en het licht versombert tussen die
wanordelijke zwarte gordijnen. We kijken naar de lucht om te proberen te
begrijpen wat we vandaag moeten aantrekken, want misschien gaat het nog regenen
vanmiddag en misschien wordt het nog warmer. Maar af en toe, terwijl we met onze
neus in de lucht in onzekerheid blijven, verrast ons een verschijning die ons
afleidt, onze aandacht vervliegt naar het grote luchtschip dat weer is begonnen met
drijven in de lucht boven de stad. Het heeft jaren geduurd dat hij zich niet
meer liet zien, ze zeiden dat hij voor altijd uit de lucht was gehaald, maar
daar is hij weer, met zijn opschrift in het Engels om ons een Gelukkig Nieuwjaar
te wensen en goede tentzeilen om waar dan ook heen te reizen.
In onze gedachten komen flarden van herinneringen terug,
foto’s en filmbeelden uit lang vervlogen tijden: de enorme bombarderende
zeppelins uit de Eerste Wereldoorlog, in brand gezet na voltreffers door de
luchtafweer, die later terecht zijn gekomen op de hoezen van beroemde
rockplaten; of de avontuurlijke luchtschepen van de poolexpedities door
Amundsen en Nobile, neergeworpen door ijsstormen. Een zeer mooi bordje in de
Via Montezebio, daar waar Nobile de laatste jaren van zijn leven heeft doorgebracht,
herinnert nog aan die moeilijke en ongelukkig afgelopen ondernemingen. De
geschiedenis heeft die vliegende reuzen in ongenade laten stikken, langzaam en
onhandig als prehistorische dieren: in de lucht lossen nu de sporen van jets op
en kinderen wijzen ook niet meer naar overvliegende vliegtuigen. Maar ons
luchtschip vangt onze blik zoals sommige rare vissen in een aquarium dat doen,
we bekijken hem wanneer hij aan de rand van de blauwe lucht of tussen de
donkere wolken zwenkt, wanneer hij zich doelloos maar fantastisch naar voren en
naar achteren voortbeweegt.
Wie weet wie hem bestuurt, met welke hendels en met welke
bevelen, met welke bemanning. Men begint bijna te denken dat dit monster uit
zichzelf beweegt, zonder grotere plannen en zonder meer dan drang om door de gevaarlijke
luchten te reizen. Hij is hier, vol geschiedenis en geografie, voldaan en
verveeld als een oude zonderling die te veel heeft gezien: hij bekijkt Rome
vanuit de hoogte vanuit zijn kleine hemel, hij vindt zijn bestaansrecht in het
verspreiden van reclameslogans, en wij bekijken hem vanaf de grond, met veel
respect.