dinsdag 5 maart 2013

16. De feniks in de Santa Prassede (p. 18-19)


Deze keer onthult het eiland zich in een schrijn van licht, zoals een verloren en teruggevonden vreugde, zoals de lente die ons elke keer weer verrast als ze aanbreekt. Het is het eiland van de Arabische feniks, de mythische vogel uit Egypte die in staat is uit zijn eigen as te herrijzen en om kalm te vliegen in de lucht van de wederopstanding: misschien zou hij kunnen landen op onze schouders die krom zijn door de wintermoeheid, zou hij ze kunnen rechtzetten met zijn legendarische gezang. Laten we hem tegemoet gaan, vooruit, laten we deze magische mus gaan vinden, daar, waar een hand uit de oudheid hem vorm en schoonheid heeft gegeven. Het is een kwestie van het kerkje van Santa Prassede bereiken, verborgen in een straatje dicht bij de Santa Maria Maggiore. De heilige Praxedis werd een martelares samen met haar zus Pudenziana, naamgeefster van een andere kerk in de buurt, en beiden verschijnen meermaals op de bijzondere polychrome mozaïeken die schitteren op de muren. Het is het belangrijkste Byzantijnse kunstwerk dat zich in onze stad bevindt, een encyclopedie van heilige symbolen, geschreven met goud en kleuren die vlammen door duizenden mozaïeksteentjes. Het loont de moeite om in je zakken wat muntjes mee te nemen om de Zenokapel– niet voor niets wordt die de Tuin van het Paradijs genoemd – en ook het grote apsisgewelf te verlichten, en om je door al die pracht te laten omgeven. Ego sum lux, citeert overigens in een nis een cartouche die de Maagd met het zegenende Kind bevat.

Maar laten we na verblind te zijn weer denken aan de eerste aanleiding van ons bezoek: die Arabische feniks, waar is hij? Ga voor de apsis staan en kijk links van die enorme Christus, sla Sint Petrus over die zijn arm op de schouders van de Heilige Pudenziana laat rusten en tuur tussen de bladeren van de slanke palmboom, symbool van de overwinning: daar nestelt onze vogel, half heilig beest, half kip van de poelier, aangebraden door de warmte van zijn oneindige wederopstandingen. Je ziet hem misschien beter op een ansichtkaart die te koop wordt aangeboden. Hij ziet eruit als iemand die zojuist uit zijn as is opgevrolijkt, een beetje zoals wij. Hij rust op een takje, hij lijkt te wankelen in het overvloedige licht, maar morgen zal hij vliegen, in de frisse lucht van Rome.

 
Marco Lodoli, 2005.


Gevonden in 2010.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten