zondag 10 februari 2013

9. Het dodeneiland (p. 11-12)

Het meest beroemde schilderij van Arnold Böcking, die in de tweede helft van de 19e eeuw vele jaren in Rome heeft geleefd, heet “Die Toteninsel”, het Dodeneiland en het is een volstrekt lugubere aanblik, een spookachtige visie op de nacht, die de rillingen over je rug laat lopen. Het eiland van vandaag zou dezelfde titel kunnen dragen. Het gaat inderdaad om een begraafplaats, maar het is de meest geruststellende begraafplaats die men zich kan wensen, een tuin die lichtjes zweeft boven de stad, waar je fijn kunt wandelen en denken.

Als je omhooggaat langs de Via della Camilluccia, ga je verder over een straatje van niets genaamd Via dei Casali di Santo Spirito. Loop die helemaal uit tot aan het einde zonder acht te slaan op een speeltuintje en een open plek waar honden worden uitgelaten. Daar vind je een imponerend hek en een dubbele inscriptie op de zuilen: “Cimetière militaire français – Campagne d’Italie 1943-1944”. Achter dit hek ligt de meest groene heuvel vol olijfbomen en cipressen, en op het altijd weelderige en gemaaide gras staan op een rij de grafstenen van de Franse soldaten die omkwamen in Italië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het waren nog allemaal jongens, zo vertellen de jaartallen die op de stenen gekerfd staan aan ons, gesneuveld op twintigjarige leeftijd of iets ouder op de Garigliano, bij Chiusa di San Michele, op Monte Majo, en het is verrassend om te zien hoeveel van hen begraven zijn onder de Islamitische halve maan, aan hoeveel Omars, Ahmeds en Mohammeds het te beurt viel om te komen en te sterven voor onze vrijheid. We weten alleen nog van hen door die brute scène in de film La Ciociara, wanneer moeder en dochter door Marokkaanse soldaten worden verkracht. Maar deze honderden graven vertellen ons het verdrietige verhaal van arme Noord-Afrikaanse infanteristen, die hebben geleden en die hier voor altijd zijn gebleven. De kruisen van de Franse soldaten uit Frankrijk en van de officieren bevinden zich hoger, meer in de zon, volgens een geheel aardse hiërarchie die weinig begrijpelijk is.

Men wandelt in de stilte tussen die vreemde namen tot men aankomt bij een mooi uitzicht over de stad. Achter je rug bevindt zich het leed van lang geleden, voor onze ogen, daar beneden, ligt het levendige bewegen van Rome, en ook dat lijkt ver weg, zoals de besneeuwde heuvels aan de horizon. In het midden staan wij, nu, om dit alles te bevatten.
 
Marco Lodoli 2005.Nog niet gevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten