zaterdag 9 februari 2013

8. Bar Castellino (p. 10-11)


De nacht zou het rijk van het onbestemde moeten zijn, het moment waarop niet alleen vormen vervagen, maar ook onze positie waarin het daglicht ons drukt. De duisternis zou ons moeten toestaan om een beetje uit onszelf te stappen en anderen te ontmoeten, anderen van buiten het toneelstuk van overdag, waarin ieder van ons zijn eigen voorgeschreven rol speelt. Helaas zijn ook deze uren van vage vrijheid ingenomen door bedrijven, en zo gebeurt het dat we ons weemoedig vreemdelingen voelen in cafés die afgeladen zijn met alleen voldane ondernemers, met van de maatschappij losgescheurde alto’s, of met feestende gay’s of met aspirant tangodansers of werkloze filmproducenten. Elke groep heeft zijn eigen milieu om zorgvuldig te beschermen, zoals de pinguïns hun ijsschotsen beschermen en de bijen hun korven. Maar gelukkig bestaan er nog vrijhavens waar de pinguïn en de bij zij aan zij iets kunnen drinken. Bijvoorbeeld in Bar Castellino aan Piazza Venezia, altijd geopend, maar die vooral ’s nachts rond een uurtje of vier, vijf niemandsland wordt, eiland van de afgelopen dag en van de dag die komen gaat; een meridiaan, overgestoken door de vele parallelle bestaansvormen die sporen achterlaten in de stad. Hier komen de nachtbrakers en de einzelgängers samen, zij die nog geen zin hebben om te slapen, zij die al zijn opgestaan en zij die überhaupt nooit gaan slapen: kettingrokers wanhopig op zoek naar sigaretten, studenten die jagen op het laatste nummer van de strip ‘Zagor’, transseksuelen en vuilnismannen met pauze, oude heren met hun incontinente hond, glitterdames en mannen in smoking die terugkeren van een of ander feest, zwervers, nog dorstige Polen, meisjes vol verlangen, Japanners die hun hotel zijn ontvlucht, gebroken harten en verliefde koppels, verloren zielen. Castellino biedt kortstondige beschutting aan iedereen, zoals ook de gescheurde mantel van de Maagd Maria: en datgene dat ieder is, zij het heel groot of gering, wordt gewisseld in de meer dan ongelooflijke gesprekken. Men begint te zeggen dat het wat frisjes is en eindigt met de grootste systemen, men durft absurde samenvattingen aan van het eigen leven en van het lot van de wereld, men luistert naar ongehoorde gebeurtenissen, maakt gezamenlijke plannen en groet elkaar voor altijd. In het hart van de nacht, in die bar worden de duizenden angstbeelden van de dag een zuivere vertrouwdheid.
 
Marco Lodoli 2005.
 
Gevonden in 2009.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten