zaterdag 27 april 2013

24. Dolce Maniera in de Via Barletta (p. 27-28)


Het eiland dat we vandaag najagen, bereikt ons als een metafoor van de hoorn des overvloeds, die magische hoorn die in staat is om tot in de eeuwigheid fruit en heerlijkheden van elke soort uit te stoten. De mythe vertelt dat kleine Zeus tijdens het spelen bij de geit Amalthea, zijn geliefde voedster, een hoorn afbrak, en dus beloofde hij vol spijt en verdriet aan het geitje dat die hoorn voor eeuwig boordevol zou zijn met lekkers om te eten. De genereuze hoorn des overvloeds wordt vandaag de dag weemoedig verpersoonlijkt door zware presse-papiers van marmer en vervelende juwelen. Niettemin blijft de echo van haar vitale vruchtbaarheid en het verlangen om in de wereld iets tegen te komen dat ten minste op die hoorn lijkt bij ons achter.

Als jullie de Via Barletta volgen, zul je een intense emotie ervaren bij het zien van de eerste en laatste hoorn des overvloeds van de moderne tijd. Op elk willekeurig moment van de dag of de nacht word je ingehaald door een onuitputtelijke geur, de ademtocht van een oven die druk bezig is om maar zonder ophouden verfijnde delicatessen te bieden. En uit een ondergrondse grot zie je, uit de hoorn van een wenteltrap geperst, mensen van alle rassen en kleuren komen, de mond breed door een blijde lach en van een snor voorzien door een dot room of door tomatensaus van een stuk pizza. Deze sprookjesachtige grot heet Dolce Maniera, en – zoals de afdeling Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis, zoals hoogovens van grote staalfabrieken, zoals het hart – houdt het nooit op om voor ons te werken. Het is een winkeltje dat zonder zich een adempauze te gunnen 24 uur per dag en 365 dagen per jaar open blijft; een rolluik is niet eens nodig, want een hoorn des overvloeds gaat nooit dicht. Als een lege maag of heimwee naar misgelopen tussendoortje ons meevoert, laten we ons opslokken door die wenteltrap en stellen we ons voor die toog waarvoor altijd mensen staan. Er is veel volk, een ontmoedigende muur van ruggen, maar in een duizelingwekkende korte tijd wordt iedereen tevreden gesteld en plotseling zijn wij aan de beurt. Bij dat feest van overvloed wijzen we dit hier en dat daar aan, zoete en hartige dingen, en de mooie bakkersvrouw pakt alles wat we verlangen in. Het kost bijna niets, net als de mooiste dromen. In een ogenblik komen we weer aan de oppervlakte ter hoogte van het asfalt, waar de levensechte wereld is, bittere problemen en ruwe manieren: maar ook het kleine genoegen in ons papieren zakje is werkelijkheid.
Marco Lodoli 2005.
Nog niet gevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten