Het eiland dat we vandaag najagen, bereikt ons als een metafoor
van de hoorn des overvloeds, die magische hoorn die in staat is om tot in de
eeuwigheid fruit en heerlijkheden van elke soort uit te stoten. De mythe
vertelt dat kleine Zeus tijdens het spelen bij de geit Amalthea, zijn geliefde
voedster, een hoorn afbrak, en dus beloofde hij vol spijt en verdriet aan het
geitje dat die hoorn voor eeuwig boordevol zou zijn met lekkers om te eten. De
genereuze hoorn des overvloeds wordt vandaag de dag weemoedig verpersoonlijkt
door zware presse-papiers van marmer en vervelende juwelen. Niettemin blijft de
echo van haar vitale vruchtbaarheid en het verlangen om in de wereld iets tegen
te komen dat ten minste op die hoorn lijkt bij ons achter.
Als jullie de Via Barletta volgen, zul je een intense emotie
ervaren bij het zien van de eerste en laatste hoorn des overvloeds van de
moderne tijd. Op elk willekeurig moment van de dag of de nacht word je
ingehaald door een onuitputtelijke geur, de ademtocht van een oven die druk
bezig is om maar zonder ophouden verfijnde delicatessen te bieden. En uit een
ondergrondse grot zie je, uit de hoorn van een wenteltrap geperst, mensen van
alle rassen en kleuren komen, de mond breed door een blijde lach en van een
snor voorzien door een dot room of door tomatensaus van een stuk pizza. Deze
sprookjesachtige grot heet Dolce Maniera, en – zoals de afdeling Spoedeisende
Hulp van een ziekenhuis, zoals hoogovens van grote staalfabrieken, zoals het
hart – houdt het nooit op om voor ons te werken. Het is een winkeltje dat zonder
zich een adempauze te gunnen 24 uur per dag en 365 dagen per jaar open blijft;
een rolluik is niet eens nodig, want een hoorn des overvloeds gaat nooit dicht.
Als een lege maag of heimwee naar misgelopen tussendoortje ons meevoert, laten
we ons opslokken door die wenteltrap en stellen we ons voor die toog waarvoor
altijd mensen staan. Er is veel volk, een ontmoedigende muur van ruggen, maar
in een duizelingwekkende korte tijd wordt iedereen tevreden gesteld en
plotseling zijn wij aan de beurt. Bij dat feest van overvloed wijzen we dit
hier en dat daar aan, zoete en hartige dingen, en de mooie bakkersvrouw pakt
alles wat we verlangen in. Het kost bijna niets, net als de mooiste dromen. In
een ogenblik komen we weer aan de oppervlakte ter hoogte van het asfalt, waar
de levensechte wereld is, bittere problemen en ruwe manieren: maar ook het
kleine genoegen in ons papieren zakje is werkelijkheid.
Marco Lodoli 2005.
Nog niet gevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten