dinsdag 24 januari 2017

64. De crypte van de Santa Maria della Concezione (p. 69-70)

Ik heb de Via Veneto altijd gezien als een kabbelend, omhoog stromend riviertje: zijn bron is het kleine bijenfonteintje op de hoek van Piazza Barberini, zijn monding is de delta van de Porta Pinciana, daar waar de straat zich splitst tussen de bogen. Bijna aan het begin, onder de platanen die op de oevers zijn gegroeid, staat het heel donkere kerkje van de Onbevlekte Ontvangenis, beter bekend als de kerk van de kapucijnen. De crypte daar is een plek dat de huid kippenvel bezorgt bij zelfs de meest nuchtere en opscheppende Romein, ook bij de jongeman die gewend is te grinniken in de tunnels vol horror in een of ander pretpark of kijkend naar de meest bloedstollende films, die films waarin lijken wankelend uit hun tombes opstaan en dwingend op de deur van een huis kloppen. Hier valt weinig te lachen, om zich te beschermen tegen afgrijzen is het gewoonlijke aanraken van de edele delen niet genoeg, zo typisch bijvoorbeeld bij wie op de Via Guglia voorbijrijdt aan de kerk van Orazione en Morte, daar waar, uitgehakt in marmer, in een aardig macabere scène, een skelet waarschuwt "Odie mihi, cras tibi", wat zoiets wil zeggen als 'denk eraan dat ik vandaag doodging, maar dat jij morgen aan de beurt bent.
Om het bezoek aan de crypte van de kapucijnen helemaal vol te houden heb je stalen zenuwen nodig. De botten van honderden doden zijn volgens een kunstzinnige rangschikking aangebracht wat nog meer angst oproept: er zijn sierlijsten gemaakt van wervels, rozetten van scheen- en dijbenen, versieringen waarbij onderkaken en bekkens zich afwisselen, en in het midden van al die ornamenten van beenderen verschijnen skeletten die nog gekleed zijn in franciscaner pijen van vele monniken die eeuwen en eeuwen geleden zijn gestorven. Sommigen ondersteunen in hun handen een schedel, anderen liggen languit, anderen lijken te lopen. Je krijgt de neiging om te beweren dat het allemaal nep is, dat het een special effect is uit Cinecittà, een carnavalsgrap. Helaas, het is toch allemaal echt. Dus gooien we ons zelf naar buiten, om met elke vezel in ons lijf het schitterende licht van de Via Veneto op te zuigen, om zelfs te genieten van het lawaaierige verkeer. Onze dolce vita schudt op zijn grondvesten, en het maakt daar buiten niet meer uit dat er geen Amerikaanse actrices en papparazzi meer rondlopen, het is nu even genoeg om in de zon te wandelen, te neuriën en even halt te houden in een van die mooie café's om een cappuccino met veel schuim te drinken.

Marco Lodoli 2005.

Gevonden in 2011.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten