zondag 29 mei 2016

57. De engel op de Sant' Andrea della Valle (p. 62-63)

Volgens de Christelijke traditie waren het de engelen die de rots, die het graf van Jezus afsloot, wegrolden, en dus is het juist om aan hen dit lente-eilandje te wijden. Rome wordt doorkruist door de vlucht van ontelbare hemelse gevleugelden: cherubijnen, aartsengelen en tronen spreiden hun vleugels uit en blazen op duizenden schilderijen hun trompetten, zwaaien verzonken in marmer hun zwaarden en dragen de symbolen van het lijden van Christus, ze zijn onheilspellend of opgeblazen, onzeker tussen de aarde en de hemel, vluchtige vormen van de wind en medelijden. Voor ons Romeinen zijn ze dagelijks aanwezig, we vinden ze overal als de duiven op de pleinen en de meeuwen die rondcirkelen boven de Tiber, voor onze ogen die naar de lucht kijken vormen ze een houvast en opstapjes tot verbeelding. Verder heeft ieder van ons zijn eigen favoriete engel, die ene die men op een of andere manier beschouwt als beschermengel. Onze aardse blik is zijn voetstuk, onze aandacht is de lucht die hem draagt. Mijn lievelingsengel bevindt zich op de kroonlijst van de Sant' Andrea della Valle, in de hoek links in de hoogte, en hij lijkt te twijfelen of hij weg zal vliegen of dat hij zich zal begeven tussen de mensen, schommelend door twijfel die de engelen boven Berlijn zo vaak heeft laten lijden. Het is een werk van een kunstenaar uit de 17e eeuw, ene Ercole Ferrata, nogal onbekend en misschien ook niet zo vaardig, aangezien Paus Alexander VII zo ontevreden was over het beeld dat hij de kunstenaar het geld ontzegde om een tweede engel te maken, de engel die de façade weer in symmetrisch evenwicht had moeten brengen. Nu groeit er op die lege plek een wilde plant, net zo levendig en verward als de grote engel die aan de andere kant staat.


Marco Lodoli 2005.

Gevonden in 2011.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten