Hoeveel moeite kost het mensen om een muur te bouwen, een
huis, en meer indrukwekkende, immense bouwwerken. Al maanden, bijna jaren, zie
ik de vijf krachtige hijskranen die de bouwvakkers helpen bij het bouwen van het
complex van het nieuwe Auditorium, op de plek waar eens de transseksuelen hun
charmes verkochten. Het lijkt wel een werk dat nooit zal afkomen, een eeuwige
werf vol stof en kruiwagens, een gaan en komen van vrachtwagens en
bouwmaterialen, en het is moeilijk voor te stellen dat op een dag deze wanorde
een harmonieus samenspel wordt van koepels en zalen waar violen sublieme muziek
zullen laten klinken. Gezien vanaf de hellingen van het viaduct van Corso
Francia lijken de bouwvakkers mieren in de greep van een opdracht die
angstaanjagend veel groter is dan zij; en toch zal het ze lukken, want het is
de kern van de menselijke wil om buitensporige uitdagingen aan te gaan en te overwinnen.
Maar het eiland van vandaag is niet het Auditorium, waar al
zoveel over gezegd is. Het is een andere nobele en ontzaglijke inspanning, een
ander wonder. Wie het viaduct opgaat, komende vanuit Viale Tiziano en van
daarboven de bouwwoede van de werf bekijkt, is er zich misschien nooit van
bewust geweest dat er iets groeit langs de kant van de weg, bijna over de
vangrail heen. Vaak verbazen we ons over een plukje gras dat is opgekomen in een barst in het asfalt,
en we vragen ons af waar het de kracht vandaan heeft gehaald om de confrontatie
aan te gaan met dit onmogelijke bestaan, hoeveel onbezonnen levenslust het
plukje heeft aangespoord om te dingen naar een beetje lucht en wat
regendruppels. Maar op deze bocht van het viaduct heb ik dag na dag een boom
zich zien verheffen, een Meneer Boom. Onder zich heeft hij alleen een klomp van
het hardste beton, rondom zijn dappere takken walmen de uitlaatgassen van de auto’s en
klinkt het lawaai van het verkeer: geen enkele van de onverzoenlijke natuurwetten zou
het hem normaal gesproken mogelijk maken het te redden, en toch wordt hij
steeds groter en steeds mooier, en de vogels landen tussen zijn bladeren. Elke
keer dat men hier voorbij rijdt zou men zijn hoed moeten afnemen voor dit
vrolijke wonder, zijn respect tonen. Ik weet niet eens om wat voor soort boom
het gaat, het is puur plantaardige dapperheid, het teken van een noodzakelijkheid die
niet denkt aan de moeite die het kost. Vanuit zijn hoge positie beschermt deze
boom met zijn natuurlijke waardigheid de werkplaats van de mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten