zaterdag 26 januari 2013

2. Een kleurrijk binnenhofje (p. 4-5)

Af en toe probeer ik een eilandje in de grote zee van de stad te herkennen: het kan daarbij gaan om schilderijen of bomen, boeken of hoekjes in de schaduw, beelden of fonteintjes, plekken die zich als het ware verborgen houden om niet uitgewist te worden, plekken die zijn als die beeldschone katten die we in elkaar gedoken onder het spatbord van een geparkeerde auto ontdekken en die ons bestuderen met aangespannen spieren en ogen vol angst, omdat ze zoveel soortgenoten overreden hebben zien worden door de kracht van de auto’s. Als we om ze te aaien bruusk dichterbij komen, dan trekken ze zich terug en laten ze zich niet meer zien. Maar eigenlijk zit de waarde van de dingen vooral in onze manier waarop we ze bekijken: elke kat kan net zo zeldzaam en waardevol zijn als een Bengaalse tijger en ook een ogenschijnlijk zeer banale plek mag een foto en een lijstje verdienen, net zoals een Azteekse tempel of een strand ergens ver weg.
Ik dacht aan dit alles terwijl ik in m’n auto zat op de helling van de Via Olina, bij Torre Maura. Ik had een uurtje pauze en niets te doen, behalve dan proberen te begrijpen wat daar voor mijn ogen lag: een afgelegen open plaats met huizen die zonder pretenties waren gebouwd, met bakstenen zichtbaar door afgebladderd stuc en doorgezakte daken in een kwetsbaar evenwicht. Op de eerste verdieping was een Chinese vrouw zorgvuldig haar ramen aan het lappen, terwijl op het platje in de wasmachine de bonte was rondwentelde. In het binnenhofje van cement waren kleine kinderen aan het spelen, blank, zwart, geel en ook zij zaten elkaar achterna en buitelden over elkaar heen als die bonte was in de wasmachine. Er kwamen drie jonge Nigeriaanse meiden voorbij met gebogen hoofden: in hun plastic zakken hadden ze de strakke kleren bij zich die ze later zouden dragen, op de wegen waar ze heengingen om te tippelen. Op een zijmuur was geschreven: “Samen met jouw was dit een jaar vol onvergetelijke liefde”, precies zo geschreven, met de w. Ik voelde opeens een hemels Ritme, net niet volmaakt, op de voet gevolgd door een zigeuner die hardop zat te lachen: in deze harmonie zat op een motorkap een half kale kat, die wel het merkteken van die auto, van dat leven leek. En ondertussen was de Chinese nog steeds bezig met ramen lappen, bezig ze steeds helderder te maken, en ze leek me te willen zeggen: doe jij eens hetzelfde, reinig toch je blik.

 
Marco Lodoli 2005.


Gevonden in 2013, incl. bonte was aan de waslijn!
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten