zaterdag 6 mei 2017

77. Brandweerkazerne Frosi (p. 83-84)

Water, lucht, aarde en vuur, volgens de antieke filosofen de eerste elementen in het universum, kunnen elk moment beginnen te razen: dan zijn er weer verwoestende overstromingen, cyclonen die alles wegvagen, afschrikwekkende aardverschuivingen, helse branden. Vaak is het de hand van de mens die het fragiele evenwicht van het leven ontwricht: een trotse hand die kwetst, verbrandt, verwoest, die er plezier in heeft dood en verderf te zaaien. En zo is er ook diegene die zich haast om het op te lossen, onmiddellijk, nu, voordat alles verloren is, wanneer de vlammen brullen en de wereld in rook opgaat, wanner het gevaar het grootst is. Daarna arriveren de politici, de discussies van mensen die verontwaardigd veroordelen en hopen op een kant en klare reconstructie: maar ondertussen begeven de brandweermannen zich midden in de ramp, en zij verkopen hun huid duur om te redden wat er te redden valt. We hebben ze bewonderd tussen de puinhopen van de Twin Towers, en in Rome in de Via Ventotene, die menselijke, genereuze, sterfelijke engelen. In ons bekrompen voorstellingsvermogen hadden we ze altijd gezien als mannen die hoog aan het einde van de ladder bezig waren om een poesje of een verward meisje te redden, of die met een brandslang in de hand een vuur verderop blusten: nu weten we voor eens en altijd dat er elke dag brandweermannen voor ons creperen en dat ze zich nooit terugtrekken. Daarom leek het me terecht om een eiland te wijden aan de mooiste brandweerkazerne die er op de wereld bestaat. Hij staat tussen Via Caposile en Via Cantore, in de wijk Prati, en hij draagt de naam van Massimo Frosi, een jonge brandweerman die stierf in een helicoptercrash op de Monte Gennaro. Het is een gebouw dat is opgetrokken in de jaren '30, politiek gezien een tragische tijd, maar die wel aan de stad vele prachtige gebouwen heeft nagelaten. Kazerne Frosi is een architectonisch juweeltje, harmonieus en functioneel, het lijkt op een antiek slot maar is ook modern, met twee ronde torens en machtige muren. Zes grote rode rolluiken scheiden en verbinden de kazerne en de straat: een telefoontje, een alarm is genoeg, en in een flits gaan de rolluiken omhoog en met loeiende sirenes vertrekken de tankwagens geladen met mannen die op de vlammen en de rampen af worden gestuurd. Ze gaan en weten niet of ze terug zullen keren, of ze 's avonds een bord pasta of een medaille voor bewezen moed zullen krijgen.

Marco Lodoli, 2005.

Nog niet gevonden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten