vrijdag 5 mei 2017

76. Het Tibereiland (p. 82-83)

Wanneer we dwalen door de straten, kerken en musea binnengaan, ontdekken we dat er in elke hoek een verrassing verborgen kan zijn: en ook al lijkt het op het eerste gezicht niets bijzonders te zijn, ook al is het maar een willekeurige hoek in de stad, een anonieme doorgang, het blijft de moeite waard je ogen de kost te geven. "Er is altijd iets te zien," schreef Rilke. Een bar in de periferie kan een werelddeel bevatten, een kleine bloemist kan ons dichterbij de bossen brengen, een bedelares liggend op de stoep kan ons net zoveel laten lijden als een oorlog. Misschien is er niet een plek die dieper en intenser is dan een ander: wij en de dingen die we op ons netvlies hebben en die vervolgens in onze ziel gegrift staan zijn er. "Je verveelt je, omdat je vervelend bent," zei Elsa Morante, een grootse Romeinse dame: maar als we ons open en ... opstellen, kunnen we ons elke dag verbazen, misschien wel elk moment. En dus gaan we zelfs naar eilandjes die ver weg liggen, maar vergeten we ook niet het eiland van de Romeinen dat midden in de Tiber ligt, eeuwen geleden als een vrachtschip verankerd dat klaar is om uit te varen maar nog niet vertrekt, omdat het water van de haven waar hij in ligt hem elke dag iets nieuws vertelt. Misschien is het al wel jaren geleden dat we over de loopplanken van de Ponte Fabricio en de Ponte Cestio aan boord van het Tibereiland zijn gegaan. We kunnen er de obelisk bewonderen, geplant als een meesterlijke boom op het midden van het dek, of de kerk van San Bartolomeo, of het kleine kerkje van San Giovanni Calibita, we zouden kunnen stoppen om te eten in het oude restaurant van Sora Lella of erheen gaan om een onfortuinlijke vriend in het ziekenhuis Fatebenefratelli te bezoeken. Maar het mooiste om te doen is afdalen naar de oever om een wandeling te maken over het witte basement dat rondom het hele eiland loopt, geschampt door de stroming. Nu staat het water van de rivier erg laag en kijkt het eiland gestrand in droefheid. Het is een goede plek om te gaan zitten en na te denken over alles en over niets, en toe te staan dat de wind onze sigaret verteert en onze gedachten verwart.

Marco Lodoli 2005.

Gevonden in 2010.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten