maandag 1 mei 2017

74. De hondenrenbaan bij Ponte Marconi (p. 80-81)

Flamenco, Messalina, Apache, Turbo, Pamplona, Gigolò en Emiro staan klaar voor de start. De mensen beklimmen de tribunes, velen grijpen zich vast aan de rasters van de omheining om nog dichter bij de piste te zijn: en allen frommelen tussen hun vingers het bonnetje van het wedkantoor. Plotseling daalt er een stilte neer, enkel verstoord door gehoest en het vreselijke geluid van het ophalen van fluimen. Geen enkele man heeft geen brandende sigaret in z'n vingers en rookt hem niet tot het echt niet verder kan op. Het is zover. Nog één ogenblik, let op. Klaar, af!
Zeven hazewindhonden schieten naar voren uit hun boxen en rennen als bezetenen achter een mechanische haas. De vierhonderdvijftig meter worden verzwolgen door een razende race, de meute honden strekt zich uit als een klap van de noordenwind, de eerste honden nemen afstand, de andere komen er weer bij, het is een vlaag van poten en spieren, een schot aan snuiten dat is afgevuurd richting de finish.
Een paar seconden en de race is al voorbij, niemand weet precies wie heeft gewonnen en wie heeft verloren. Voor ons staat een oude man die een prop maakt van z'n weddenschap: "Speul ik 'em, kumt-ie achteraon. Speul ik 'em nie, issie eurstes. Speul ik 'em dan toch wir, leste! Da verrekte bist vreêt an menne maog!" De menigte gaat uit elkaar, iemand gaat scheldend tekeer, de weinigen die op de juiste hond hebben gewed passeren de piketpoortjes om hun geld te halen. En dan staan ze er allemaal weer met het programma in de hand om de volgende race te bestuderen.
Dit is de wereld van de hondenracebaan bij Ponte Marconi, de laatste strandpost van de gokkers. Een oord vol hartverscheurende droefgeestigheid, die daarom ook ontroert, als je er af en toe op zondag heen gaat. Je vangt er, in groepjes die ontstaan en weer uit elkaar gaan, onvergetelijke spreuken op: "Condor en Quiz, primo en secondo, pasta en biefstuk, de lunch is weer geregeld!" Of: "Met een gok op Beëlzebub vergok ik verdomme m'n eigen ziel!"
Voorafgaand aan de race paraderen de honden voor de gokkers: het zijn beesten die uit een handboek voor fantasie-zoölogie lijken te komen, fijngebouwd en spits, licht en onstuimig, nageslacht van een mustang en een vogel. Ze lopen voorbij en kijken afwezig naar wie er op hen één of duizend euro inzet: gepensioneerden met longemfyseem, zigeuners met vingers vol ringen, nieuwsgierigen, lamzakken, mannen die op het punt staan zich te ruïneren of die al geruïneerd zijn. En de nieuwe race staat al op het punt van beginnen: het duurt een moment van hoop, en in een vloek en een zucht is het voorbij.

Marco Lodoli 2005.

Nog niet gevonden.
Inmiddels niet meer als hondenrenbaan in gebruik.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten