In de branding biedt een eiland hardnekkig weerstand tegen
de onverzoenbare stroom van de tijd. Het is een eiland in scherven, in duizend bloeiende
rotsen verspreid over de stad, op de talloze plekken waar een ongeluk de
levensloop van iemand heeft beëindigd. Ieder van ons passeert elke dag terloops
deze straataltaren. Het duurt een ogenblik – we wenden onze blik om een naam op
te vangen, een datum, een zin – en het verkeer voert ons weer verder. En elke
keer betrappen we ons erop dat we denken aan hoe op een enkel moment het
bestaan van een persoon teniet is gedaan, van iemand die een kilometer eerder,
honderd meter eerder, bezig was met projecten zonder eind, die droomde over de
zomer en de vakantie, die wat meer gas gaf om op tijd te komen op zijn werk, op
een romantisch afspraakje, om op tijd thuis te zijn, en die niet kon bedenken
dat de dood over honderd meter stond te wachten. De eerste dagen na de tragedie
wordt deze vervloekte plek overspoeld door bloemen en hartverscheurende
afscheidsgroeten die worden achtergelaten door vrienden, en is er iemand die op
de vangrail een teddybeer legt, een sjaal van de favoriete voetbalclub, de
tekst van een liedje. Het lijkt erop dat deze offergaven nooit zullen ophouden,
dat die straathoek het eeuwige eindpunt zal zijn voor deze pelgrimages van
liefde, dat deze privécultus alle personen die getroffen zijn door hetzelfde
verdriet zal samenbrengen. Maar al gauw verdrogen de bloemen, vernietigen de
zon en de regen de knuffels, en blijft er alleen een klein fotootje over, een
wat verbogen kruisje, een naam en een datum waarvan een voor een de letters en
cijfers beginnen missen. En dan denkt men dus dat die jongen die is overleden op
zijn motor is vergeten want life goes on.
Maar zo gaat het niet altijd.
Bij Ponte Lanciani eindigde het leven van Lamberto; ik was
erbij die ochtend toen zijn auto door de reling naar beneden stortte, het zal
zo’n tien jaar geleden zijn. Ik ken zijn naam omdat ik die elke keer dat ik
daarlangs kom, lees en ik weet hoe zijn gezicht eruit zag omdat de foto met hem
in zijn feestkledij standhoudt naast de woorden van een vrouw: “Je hebt me
verlaten op een regenachtige dag, de zon zal nooit meer terugkeren. Haast je om
me op te halen.” Het zijn dingen die men zegt wanneer het verdriet ondraaglijk
lijkt, maar we weten natuurlijk wel dat het leven verder kruipt, zoals het
lawaaierige verkeer op straat. Maar toch, vandaag zag ik op die steen opnieuw
een bos kleine rozen.
Marco Lodoli 2005.
Nog niet gevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten