zondag 15 oktober 2017

81. Palazzo Federici aan de Viale XXI Aprile (p. 87-88)

Als je op een avond toevallig over de Viale XXI Aprile rijdt, doe jezelf dan 5 minuten verbazing cadeau, laat je auto, scooter, je afspraken even voor wat ze zijn en treed binnen in een van de meest verbazingwekkende gebouwen van onze stad, het zogenaamde Palazzo Federici, naar de naam van de architect die in de jaren '30 deze waanzin realiseerde. Het is slechts een woonblok, maar het lijkt een futuristisch kasteel, een decor uit Metropolis, de materialisatie van die rationalistische roes die Sant' Elia, bevriend architect van Marinetti en Boccioni, nooit voltooid heeft kunnen zien omdat de oorlog hem te vroeg heeft doen sterven. Wanneer je op de binnenplaats staat, lijk je te zijn weggezogen door een drogbeeld: van binnen lijkt alles zo onmetelijk groot, de poorten lijken elkaar eindeloos op te volgen, de kolommen van verlicht glas die de trappenhuizen omhullen rijzen omhoog als ruimtetrappen naar de donkere hemel, honderden ramen turen blind en een massa auto's staat geparkeerd als in een stilzwijgende verkeersopstopping. Het lijkt wel de maag van een gigantische walvis als weddenschap een heel dorp heeft opgeslokt en dat dorp met één enkele hik opnieuw heeft opgestapeld. Overdag is het ook een mooi gebouw om te bezoeken: het zonlicht maakt er een vrolijk bouwwerk des levens van, het is een onophoudelijk komen en gaan van drukke mensen die omhoog en naar beneden gaan, naar binnen en naar buiten lopen, er is altijd een deel dat wordt gerestaureerd en een ander dat op het punt staat in te storten; aan de grote toegangsdeuren duiken steeds weer roze of blauwe strikken op, want op deze kleine planeet wordt er altijd wel iemand geboren, en af en toe brengt een auto van een uitvaartondernemer iemand weg die net zijn verblijf hier heeft beëindigd.
Hier draaide Scola
Una Giornata Particolare, de dag dat Hitler in Rome was, de enige ochtend waarop het wooncomplex bijna helemaal leegliep omdat de bewoners de straat bestormen om de voorbijkomende Hitler toe te juichen. Alleen een ongelukkige huisvrouw en een vriendelijke homoseksueel bleven thuis, onverschillig voor alle retorica. Hun trappenhuis is nummer 6, het appartement is op de 7e etage, maar als je durft kun je verder omhoog, tot de top, om vanuit de hoogte te kijken naar dit onmetelijke universum en deze kleine stad erin, en de miniscule heuvels in de verte.

Marco Lodoli 2005.


Gevonden in 2011.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten