zondag 30 april 2017

73. Da Riccardo in de Vicolo dell' Annunziatella (p. 79-80)

Uit het gehemelte van de lucht regent het elk jaar weer vorken en koksmutsen, men gaat in de diverse gidsen in discussie over het toekennen van een half punt minder aan een restaurant van naam, men vergelijkt de wijnkaarten, de kwaliteit van de bediening, de smaak van de desserts en de angstaanjagende bedragen die men aan het einde van het diner moet betalen. Toch zien de recensenten een stijgende lijn in het Romeinse restaurantwezen: het lijkt er eindelijk op dat men beter eet dan een paar jaar geleden. Wij gewone proevers blijven, al zeg ik het zelf, daar echter steeds meer van verstoken wanneer we de menu's lezen: elk gerecht, gepresenteerd in elegante Engelse letters, bestrijkt nu niet minder dan twee regels en hoe meer details de beschrijving bevat, hoe minder we begrijpen van wat we tegemoet gaan. Draadjes struisvogelvlees omsloten in bladeren van bloemkool en gedoopt in een creme van bosbessen, of een dun laagje tonijn, buitelend in een wildsaus en gegaard in een zweem van jeneverolie: zulke gerechten laten je je dom en incompetent voelen. Dus kun je beter op expeditie gaan naar de Vicolo dell' Annunziatella, in de wijk Ardeatino, naar de oude trattoria Da Riccardo, open sinds 1935. In een roman van McEwan bevond de hoofdrolspeler, door een wonder in het ruimte-tijdcontinuüm, zich buiten dit lokaal waar op dat moment zijn vader en moeder, die toen nog jong waren, bij hun eerste ontmoeting nipten van hun bier. Hun fietsen stonden tegen de muur van de kroeg en hij zag ze door het raam verliefd met elkaar praten, ongewis van hun toekomst en niet wetend van de zoon die ze op een dag zouden krijgen. Als jullie ooit bij Riccardo gaan eten, zullen jullie diezelfde duikeling in de tijd ervaren. Het is niet moeilijk om je te bedenken dat tussen die eenvoudige, oude muren onze ouders op een mooie feestdag hebben genoten van een pasta carbonara en van twee keer gegaarde raapsteeltjes. Buiten is er een boerenerf, daarna een binnenplaats met marmeren tafeltjes, een pergola en een schutting van riet, en binnen ruik je de lucht die hangt in oude gebouwen, die de geschiedenis, de rucola en de garnalen vergeten zijn. Aan een kant bevinden zich nog de ouderwetse koelruimte en stenen wasbak, en aan de muren hangen nog de posters met de spelers van AS Roma die net landskampioen zijn geworden, maar toch lijken ze allemaal op Amadei of Losi. Je eet er voortreffelijk, je zit er voortreffelijk, en voor een uurtje kun je je daar onttrekken aan de waan van de dag.


Marco Lodoli 2005.

Nog niet gevonden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten