We zouden het eiland van vandaag met wat fantasie het eiland
van de herkansing of het eiland van de goede ruil kunnen noemen. Hoe vaak
hebben we niet gedroomd van een plek waar we drie grijze en grauwe dagen van
onze herfst kunnen inwisselen voor een enkele lentedag. Helaas staat het leven
geen ruilen toe, ieder houdt het heden dat hij heeft en de dag van morgen
blijft een verzegeld pakje. Maar in het parallelle universum van de boeken, op
de gasvormige planeet van de literatuur, is deze ruil soms toch mogelijk.
In de Viale Mazzini, dichtbij het postkantoor, zit al meer
dan 50 jaar de boekwinkel van meneer Offidani: tien vierkante meter waar alle in
de wereld uitgegeven boeken voorbijkomen, een speciale molen waarwe de woorden
die we niet mooi vinden heen kunnen brengen om er misschien woorden voor in de
plaats te krijgen waar we wel van kunnen houden. Offidani weet alles van de
boeken, er is geen deel dat hij niet heeft doorgebladerd, waarvan hij de
oorsprong of de toekomst niet kent: of het nu zeer hoogstaande incunabelen zijn
of detectives van Mondadori, zeldzame juridische traktaten of zomerromannetjes,
atlassen of filosofische delen, hij kent er een waarde aan toe en propt ze in
de overvolle boekenkasten, volgens een logica die wij chaos zouden noemen. Een
computer zou handig zijn, en die is hier geen – maar op hun zachte harddisk
hebben sommige menselijke geesten meer geheugen dan welke cybernetische olifant
dan ook. Het zijn bibliotheken van Babel met trappen zonder einde om elk woord
terug te vinden. Offidani en zijn compagnon Gianni behoren tot dit geslacht, ze
vergeten nooit de positie van een tekst, een papier, een titel. En af en toe
worden we zo klanten van deze spelonk vol papier, in onze handen hebben we drie
grijze en grauwe romans die we cadeau kregen met kerst of voor onze verjaardag:
misschien zitten ze zelfs nog in het cellofaan, maar we voelen toch dat we er
niets mee kunnen. Ze zullen anderen een plezier doen, er moet iemand zijn die naar
ze op zoek is voor een zacht prijsje. Wij geven ze weg voor wat kleingeld en
een praatje, of in ruil voor dat lenteachtige bundeltje met Perzische gedichten
waarover een onbekende ons jaren geleden in de trein niets dan goeds heeft verteld.
We hebben de titel maar half onthouden en de auteur helemaal vergeten. Offidani
zwijgt, schudt met zijn hoofd en dan – van onder een jeugdencyclopedie – haalt hij
dan precies die bloem tevoorschijn. Wat een mooie dag, wat een geluk!
Marco Lodoli 2005.
Gevonden in 2013, maar was toen net voor altijd gesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten